Haarlem02.jpg

Aanmelden nieuwsbrief

Blijf op de hoogte met de maandelijkse nieuwsbrief
Gebruiksvoorwaarden

Inhoud winkelwagen

Winkelwagen is leeg.

Programma orgelconcert Katwijk aan Zee 31 december 2021

Orgelconcert
Katwijk aan Zee, Nieuwe Kerk
Van den Heuvel-orgel (1983)

Dit concert is niet te bezoeken, maar online te beleven via 
het YouTube-kanaal van Minne Veldman

Oudejaarsconcert

  1. Klaas Jan Mulder (1930-2008)
    Variaties
    "Uren, dagen, maanden, jaren"
  2. Willem Hendrik Zwart (1925-1997)
    Trio en Koraal
    "O God, die droeg ons voorgeslacht"
  3. César Franck (1822-1890)
    Troisième Choral en la mineur, FWV 40
    (Trois Chorals pour Grand Orgue, 1890)
  4. Joseph Guy Ropartz (1864-1955)
    Prélude Funèbre
    (Trois Pièces pour Grand Orgue)
  5. Charles-Marie Widor (1844-1937)
    * Intermezzo (Allegro)
    * Cantabile
    (Symphonie No. 6 en sol mineur, opus 42.2)
  6. Louis Vierne (1870-1937)
    Final
    (Troisième Symphonie en fa dièse mineur, opus 28)
  7. Feike Asma (1912-1984)
    Fantasie over de Avondzang
    "k Wil U, o God, mijn dank betalen"

Op de laatste dag van het jaar 2021, vrijdagavond 31 december, komt mijn wekelijkse online-orgelconcert vanuit de Nieuwe Kerk in Katwijk aan Zee, waar ik het grote Van den Heuvel-orgel uit 1983 bespeel met Hollandse Koraalkunst en Franse Romantiek. Het orgel heeft maar liefst 80 registers, verdeeld over 4 klavieren en pedaal. En graag noem ik speciaal de prachtige klaviatuur van het orgel, naar Frans voorbeeld, met aan weerszijden van de klavieren twee grote geschilderde portretten, links van Johann Sebastian Bach, rechts van César Franck.

Een Oudejaarsconcert op de Oudejaarsavond. Dan beginnen we natuurlijk met een heel bekend Oudejaarslied: "Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen". Wie denkt bij dit lied niet aan de bekende bewerking van Jan Zwart, die ik in 2017 in de Lutherse Kerk van Den Haag speelde? Voor dit concert in Katwijk heb ik echter gekozen voor de Variaties van Klaas Jan Mulder, met forse knipogen naar Widor en Grison.

En dan is er nog zo'n lied dat prachtig past op Oudejaarsavond: "O God, die droeg ons voorgeslacht". Van dit lied speel ik een bewerking van Willem Hendrik Zwart. Hij schreef het in een voor hem kenmerkende en veelgebruikte triovorm, waarvoor hij de benaming 'trioboer' kreeg. Het gaat hier om twee variaties (beide als trio) met koraal.

Dan is het tijd voor een flink blok orgelliteratuur, dat dit keer geheel bestaat uit Franse Romantiek. Niet verwonderlijk natuurlijk, want dit grote Katwijkse orgel is voor een heel groot deel in Frans romantische stijl gebouwd en alle 80 registers en de vele speelhulpen zijn ook van Franse benamingen voorzien. Zo heeft dit orgel geen hoofdwerk, rugwerk en zwelwerk, maar Grand-Orgue, Positif, Récit Expressif - en verder nog Echo, Chamade, en Pédale. Er zijn 'Jeux de Fonds' en 'Jeux de Combinaisons' en de registers heten bijvoorbeeld Montre, Flûte Harmonique, Doublette, Fourniture, Tierce, Plein-Jeu, Hautbois en Trompette.

Als eerste horen we een waar meesterwerk, de allerlaatste compositie van de Parijse organist César Franck, de grondlegger van de Franse symfonische orgelstijl, geïnspireerd door de orkestrale orgels van Aristide Cavaillé-Coll. Hij schreef zijn Troisième Choral vlak voor zijn overlijden in 1890. Met de aanhef van dit derde van Francks drie koralen (in a-mineur) lijkt Franck heel bewust Bachs Praeludium in a-mineur (BWV 543) in herinnering te roepen. In tegenstelling tot de twee eerste koralen heeft dit derde koraal een duidelijke driedeling: de hoekdelen Quasi allegro met daartussen het poëtische Adagio-middendeel. Snelle toccatapassages en brede akkoordstapelingen vormen aan het begin een ideale presentatie van de orgelkunst. Na 26 maten wijkt de kracht van het fortissimo en wordt uiterst sober de koraalmelodie uiteengezet. De beginpassage keert nog tweemaal mezzoforte terug met een herhaling van het koraal, nu een quint hoger. Dan maakt zij plaats voor het wonderschone Adagio, een van de meest ontroerende bladzijden uit de Frans-symfonische orgelliteratuur. We horen de prachtige melodie eerst in de sopraan met de Trompette Harmonique en later in de tenor met het Choeur de Fonds (de grondstemmen). De regelmatig voorkomende toonsherhalingen brengen meeslepende effecten teweeg, die extra worden benadrukt door de toevoeging van Anches Récit (de tongwerken van het zwelwerk). De melodie groeit uit naar een immens crescendo, waarna alleen een bastoon overblijft. Daaruit bloeit het laatste deel op, waarin het quasi-allegro-motief (dat we kennen van het begin) eerst toewerkt naar het koraal, om er vervolgens mee verenigd te worden. Met een dramatisch en majestueus coda wordt dit fiere werk groots afgesloten.

De Franse componist en muziekpedagoog Joseph Guy Ropartz (1864-1955) studeerde aanvankelijk compositie en orgel aan het Conservatoire national supérieur de musique te Parijs bij Jules Massenet en Théodore Dubois, maar verliet het conservatorium in 1886 om verder te studeren bij César Franck. Samen met Charles Tournemire geldt hij als de belangrijkste voortzetters van de school van César Franck. De invloed van Franck is in Ropartz' werk duidelijk waarneembaar. Zijn bekendste orgelwerk is Prélude Funèbre (uit zijn Six Pièces pour Grand Oruge), dat sterk doet denken aan het Prière van César Franck. De muziek, bedoeld voor een begrafenis, klinkt van de eerste tot de laatste noot met een ingehouden droefheid. We horen de strijkers van het Récit (Viola de Gambe & Voix Céleste) met op het Grand-Orgue afwisselend de Salicional in de linkerhand en de Flûte Harmonique in de rechterhand. In het pedaal klinken citaten uit het 'Dies Irae' (Dag des oordeels), een gregoriaans gezang uit het requiem, de katholieke mis der overledenen. Na een breed uitgesponnen en melancholiek mineur sluit Ropartz af in een langzaam en mystiek majeur. Het werk is opgedragen aan Alexandre Guilmant, 'Organiste de la Trinité à Paris'.

Vervolgens is het tijd voor twee delen uit Symphonie No. 6 en sol mineur van Charles-Marie Widor: Intermezzo en Cantabile, het derde en vierde deel van deze vijfdelige symfonie. Het intermezzo is een spetterend scherzo met een toccata-hoofddeel (met trompetten en cornetten) en een canonisch trio (met grondstemmen en tongwerken van het Récit). Beide delen zijn geschreven in perpetuum mobile (voortdurende beweging), het hoofddeel met de zestiende, het trio met de achtste als grondnotenwaarde. Het Cantabile (afgeleid van het Italiaanse cantare = zingen) geldt als het langzame voorlaatste deel van de symfonie. Hierin presenteert Widor een prachtige melodie, eerst gespeeld met de Hautbois en later met de Trompette Harmonique. Aan het slot van dit sfeervolle Cantabile horen we nog de Flûte Harmonique van het Grand Orgue, begeleid door de strijkers van het Récit.

Als laatste Frans-romantische werk op dit programma luisteren we naar de Final uit de Troisième Symphonie (3e symfonie, opus 28) van de bijna blinde componist Louis Vierne, die organist was van la Cathédrale Notre-Dame de Paris. Hij schreef deze derde symfonie in 1911 in het vakantiehuis van Marcel Dupré en droeg het werk aan hem op. Het werd een van zijn meest geliefde symfonieën. De Final bevat typische elementen van een Franse toccata (zoals snelle ostinatopassages voor de manualen tegenover een langzame melodie in het pedaal), die zich echter op een veel meer contrapuntische en veelsoortige manier ontwikkelen. Een herkenbaar tweede thema herhaalt zich en keert dan terug tussen fragmenten die het openingsthema herhalen. Zorgvuldig genoteerde dynamiek vereist een veelvuldig en vaardig gebruik van het zwelpedaal. De finale mondt uit in een spectaculair coda met virtuoos pedaalspel.

We sluiten dit Oudejaarsconcert en daarmee ook het (grotendeels digitale) orgeljaar 2021 af met Feike Asma's Fantasie over de Avondzang: "'k Wil U, o God, mijn dank betalen". Met dit lied kijken we tegelijk vol vertrouwen uit naar het nieuwe jaar: "Ik weet aan Wie ik mij vertrouwe, als wisselen ook dag en nacht". Een prachtig, dankbaar en bemoedigend lied. En wat mij betreft ook een van de beste en mooiste werken van Asma.

Zo is 2021 voorbij. Voor mij een jaar van 53 orgelconcerten, waarvan 31 online. Ik wil u allen, mijn trouwe kijkers en luisteraars, hartelijk bedanken voor uw belangstelling, uw warme, enthousiaste reacties en ook al uw financiële bijdragen. Het is heerlijk om zo toch muziek te kunnen maken en contact met mijn publiek te hebben. Jullie betrokkenheid was voor mij een grote stimulans. Hartelijk dank! Het was voor mij een flinke uitdaging om steeds weer een mooie kerk en een mooi orgel te vinden, een mooi programma samen te stellen en in te studeren, een mooi concert te geven en een mooie opname te maken. En hoewel ik zeer uitzie naar de tijd dat we weer gewoon normale concerten kunnen organiseren, met velen samen in de kerk, ben ik zeer gemotiveerd om de komende tijd door te gaan met mijn wekelijkse online-orgelconcerten op de vrijdagavond. Mooie plannen genoeg! 

Ik wens u allen een goede jaarwisseling en een gezegend 2022!