Kamper orgelbank is wel aan Minne besteed…
Maandagavond 1 april 2013 (Tweede Paasdag)
Iedere orgelliefhebber met een facebook-account kon er niet omheen: het Paasconcert door Minne Veldman in de Kamper Bovenkerk, op het majestueuze en altijd indrukwekkende Hinsz-orgel. Met dit concert werd de orgelconcertserie van Kampen geopend. Betere opening kon Kampen zich, volgens mij, niet wensen!
Zijn voorliefde voor de ‘Zwartschool’ stak Veldman deze paasavond niet onder stoelen of banken. Met flink enthousiasme en virtuositeit (soms misschien wel iets teveel enthousiasme in de toetsen) speelde hij achtereenvolgens de Hymne over "Christus, onze Heer, verrees" van Rutger van Mazijk en de Fantasie over Wees gegroet, gij eersteling der dagen" van diens leermeester Feike Asma. Met beide bewerkingen wist Veldman wel raad, evenals met de voor deze werken zo typerende registraties. De ruim 150 aanwezigen konden genieten van de typische ‘Kampensound’ uit de tijd dat Willem Hendrik Zwart het orgel bespeelde! Klasse!
Na dit ‘vuurwerk’ bracht Veldman zijn concert weer in balans met een verstild stukje Bach. Prachtig uitgeregistreerd dat "Ach bleib bei uns, Herr Jesu Christ", met als uitkomende stem de Nassat (1 1/3) in combinatie met de Speelfluit 3’. Dit alles omlijst met de fluiten van het rugwerk: een boeiende combinatie! Even mooi, maar van ander origine was Veldmans vertolking van het aloude (Paas)gezang "Jesus meine Zuversicht". Dit keer geen Bach, maar een helder geregistreerd en mooi vertolkt werk van Johann Chr. Kellner. De concerten van Veldman kenmerken zich vaak door een aantal (wat meer) onbekende werken. Het feestelijk koraalvoorspel van Otto Heinermann over "Auf, auf, mein Herz, mit Freuden" was hiervan een typerend voorbeeld! Dat onbekend niet altijd onbemind hoeft te blijven wilde Minne duidelijk overbrengen. Gespeeld met de nodige virtuositeit hoort dit muziekstuk deze avond absoluut in het rijtje van mooie (Paas)bewerkingen thuis.
Met een, helaas ietwat ontstemde, Dulciaan van het borstwerk werd het Andante con moto (opus 45) van Boëly op een overtuigende wijze neergezet! Vooral dat tempo, in combinatie met het (niet te overdreven) staccatospel maakte dit werk tot aansprekende muziek! Die Dulciaan in Kampen verveelt nooit! Ook het Offertoire pour le Jour de Pâques (opus 38) van Boëly mocht er zijn in Kampen. Dat de oude paasmelodie waarop deze offertoire is gebaseerd bij velen onbekend was maakte Veldman goed door boeiende registraties en een overtuigende vertolking. Een stuk wat boeide van begin tot eind. Vooral die variatie met de Fagot 16’ afgezet tegen, opnieuw, de Nassat 1 1/3’ met de Speelfluit 3’ leverde een boeiend klankspel op! Mooi gevonden, Kampen op z’n best!
Er is in Kampen één register dat niet ongebruikt mag blijven: de Vox Humana. Reden voor Veldman om in de Romance van Widor deze ‘menselijke stem’ veelvuldig te laten soleren, in combinatie met de typerende Kampen- 8’4’3’ inclusief tremulant vanuit het bovenwerk. Een stuk voor de liefhebbers!
Absoluut hoogtepunt van de avond was de vertolking van Francks Final (opus 21). Zoals Veldman zelf al aangaf in zijn openingswoord is het Hinsz-orgel, door o.a. de beperkte klavieromvang, niet het meest voor de hand liggende orgel voor dergelijke uitvoeringen. Kampen is immers geen Parijs… De altijd weer indrukwekkende pedaalsolo (met zo goed als alle tongwerken) van dit allegro maestoso bleek een voorzet voor een even zo overtuigend gespeeld Final. Crescendi en decrescendi (strijkers en 8-voetssferen) werden door Minne zo uitgevoerd dat de luisteraar bijna zou geloven dat het Hinsz-orgel van Kampen voor deze gelegenheid van een zwelkast was voorzien. Hulde aan de beide registranten om dit te realiseren! Na de grootgegrepen slotakkoorden volgde even een indrukwekkende stilte. Er volgde geen applaus, maar de waardering bij het publiek was er niet minder om! Met dit werk van Franck liet Veldman zichzelf kennen als een gedegen technisch speler met oog voor detail; een die grote uitdagingen niet uit de weg gaat!
Na een meesterwerk zoals dat van Franck past niet meteen een frivole en speelse Paastoccata. Dat had Veldman goed begrepen, zijn keuze om een verstilde en ingetogen liedbewerking (“U bid ik aan, o Macht der liefde”) van Jan Zwart te spelen was dan ook zeker geen verkeerde keus!
Tot slot was de beurt aan Minne zelf. Het programma meldde een toccata over het Paasgezang "Daar juicht een toon". Met een (wel heel) flinke knipoog naar het toccatathema over psalm 56 van John Propitius probeerde Veldman het dak van de Bovenkerk te spelen. Dat lukte niet, maar de mogelijkheden van het Hinsz-orgel ten volle benutten bleek voor Minne geen probleem! Met het slotkoraal, uiteraard met vol werk en gekruide akkoorden, sloot hij Pasen 2013 af. Een langdurig applaus was het gevolg, wat door Minne werd weggewuifd door omhoog te wijzen. Bedoelde hij het grootse orgelfront wat zich boven zijn hoofd bevond, wilde hij zich vergelijken met het beeld van de harpspelende David bovenop het front, of wees hij verder omhoog, naar zijn Schepper? Misschien een combinatie van deze drie? Zoals David die zijn harp stelde in dienst van God, stelde Minne zijn muzikale gaven door middel van het Hinsz-orgel tot eer van God.
Pasen 2013
Gerwin Boswijk, Nunspeet
Foto: Matthias van Bloemendaal