Kijk en luister op vrijdagavond 30 april 2021 vanaf 20.00 uur naar het online-orgelconcert van Minne Veldman op het Petrus van Oeckelen-orgel (1861) in de Grote of Sint Clemenskerk te Steenwijk.
Klik hier voor het programma.
Klik hier voor de digitale collecte.
Click here to donate from other countries (PayPal).
Voor ons wekelijkse online-orgelconcert op de vrijdagavond doen we deze week op de 30e april in het Overijsselse Steenwijk de Grote of Sint Clemenskerk aan. Hier vinden we het grootste orgel van Petrus van Oeckelen, gebouwd in 1861. Het orgel klinkt prachtig in de royale akoestiek van de Grote Kerk en heeft een stoere, robuuste, maar ook warme en volle klank. Vooral de sterke pedaalbezetting is opvallend voor een Van Oeckelen-orgel. Sinds 1998 heeft Minne in deze kerk vele orgelconcerten mogen geven. Dit online-orgelconcert op 30 april valt middenin de Oranjeweek: drie dagen na Koningsdag en vijf dagen voor Bevrijdingsdag. Daar is natuurlijk aandacht voor in het programma.
Het concert vangt aan met een van de bekendste composities van Jan Zwart, die nog altijd veel wordt gespeeld en beluisterd in de Oranjeweek: de Fantasie alla Marcia over 'Het Wilhelmus', met daarin verwerkt een zegenbede voor de Koning(in) uit Psalm 134 ("Dat 's Heeren zegen op U daal'"). Alla Marcia betekent in de stijl van een mars. Dat uit zich bij de eerste inzet direct met triomfantelijke trompetsignalen, afgewisseld met het deftige volle werk. In groot contrast daarmee klinken in het midden van de Fantasie de verstilde, gedragen koraalregels van Psalm 134, afgewisseld met een motief uit de melodie van het volkslied. Daarna keert het feestelijke begin weer terug, om vervolgens af te sluiten met een majestueus slotkoraal.
Een lied dat rond Bevrijdingsdag vaak gezongen of gespeeld wordt, is "Amazing Grace". De Canadese componist Denis Bédard schreef over dit lied een aantal stemmige variaties voor orgel. We horen een koraal met de grondstemmen, een variatie met een uitkomende stem, een spetterende variatie met de tongwerken, een pedaalsolo, een verstilde en harmonisch zeer rijke en spannende variatie met alleen de Viola di Gamba van het bovenwerk, een sprakelende variatie met de fluiten 8' en 2' en een uitkomende Trompet en tot besluit een wervelende toccata in het volle werk met de melodie in het pedaal.
Daarna mogen we even op adem komen met een mooie ingetogen Fuga in h-moll (B-mineur), BWV 579, van Johann Sebastian Bach. Bach schreef als titel boven deze fuga: "Thema con Suggeto Sigre. Corelli elabor." Hij was een groot bewonderaar van Italiaanse barokcomponisten als Vivaldi, Marcello en ook Arcangelo Corelli. Bach deed nauwkeurig onderzoek naar het werk van deze Italiaanse grootmeesters en deed daar als componist zijn winst mee. Zo heeft hij meerdere werken van deze componisten gebruikt en bewerkt. Denk bijvoorbeeld aan de concerti van Vivaldi die hij voor orgel bewerkte. In dit geval gaat het om de 'Sonate da Chiesa a Tre' voor twee violen en continuo van Corelli uit 1689. Bach gebruikte voor deze fuga niet alleen de twee thema's uit het Vivace van deze Corelli-Sonate, zoals de titel suggereert, maar in feite herschreef of verbeterde hij het snelle deel uit deze Sonate door het flink te verlengen, een vierde stem toe te voegen en het fugatische aspect ervan veel meer uit te werken. In Steenwijk horen we eerste de Prestanten 8' van beide klavieren, die later worden aangevuld met eerst de Octaaf 4' en vervolgens ook de Octaaf 2', om uiteindelijk weer af te sluiten met alleen de enkele Prestant 8' van het bovenwerk.
Op 2-jarige leeftijd werd hij door een ongeval vrijwel blind, maar dat hinderde hem niet in zijn muzikale ontwikkeling: John Stanley was een uitzonderlijke organist. Toen hij nog maar 11 jaar oud was, werd hij benoemd tot organist van All Hallows Church te Londen, waar zelfs Georg Friedrich Händel naar zijn orgelspel kwam luisteren. Zes jaar later behaalde hij als jongste ooit een bachelor graad in de muziek aan de Universiteit van Oxford. Stanley componeerde vele voluntaries voor orgel. De Engelse voluntary ('vrij in stijl') begint meestal met een langzame inleiding, gevolgd door een snel deel met een soloregister. In die tijd was het pedaalspel van de gemiddelde Engelse organist vrijwel afwezig en dat zien we ook terug in de vele werken die Stanley componeerde. Ook de deze avond gespeelde Voluntary in A minor uit opus 6 is volledig manualiter (alleen voor de handen). In het Andante horen we de drie zachte 8-voets registers van het bovenwerk. In het sprankelende Allegro wordt de solo van de Cornet begeleid door de fluiten 8-4-2.
Het hoofdgerecht van dit concert wordt gevormd door de integrale uitvoering van de 'Première Sonate' van Alexandre Guilmant. Deze eerste van zijn acht orgelsonates componeerde hij in 1874. Het eerste deel heet 'Introduction et Allegro'. De stoere introductie (met de krachtige trompetten van Van Oeckelen) lijkt een hommage aan de opera-ouvertures uit de Franse barok. Hierop volgt echter geen fuga (zoals gebruikelijk in de ouvertures), maar een levendige sonatevorm met een energiek beweeglijk hoofdthema en een rustige melodieuze melodie ('Espressivo') als contrasterend tweede thema. Na dit prachtige, uitvoerende openingsdeel volgt de weldadige 'Pastorale', verstild als een rustig kabbelende beek. Guilmant schrijft enkele typisch Franse klankkleuren voor (een duet van Hautbois en Clarinet en een middendeel met de Voix Humaine et Tramblant), maar die zijn op het oer-Hollandse orgel in Steenwijk niet te vinden. Daarom wordt deze Pastorale vertaald naar een aantal fraaie 8-voets grondstemmen. Daarna is het tijd voor een wervelende 'Final', een adembenemend spektakel. 'Allegro assai' schreef Guilmant erboven: zeer snel. Het is een echte Franse toccata, geschreven in A-B-A-vorm. Het A-gedeelte is zeer virtuoos in het volle werk. In het B-gedeelte horen we een langzamer, koraalmatig thema in een veel rustiger klankkleur, afgewisseld met snelle motieven uit het A-gedeelte. Na de reprise komt het B-gedeelte terug in stralend D-majeur met het volle werk voor een grootse afsluiting.
We sluiten het concert af met een gereconstrueerde improvisatie van Klaas Jan Mulder, afkomstig van een LP uit 1975, opgenomen in de Oude Kerk te Amsterdam. Op deze plaat speelde Mulder een voorbereide 'Improvisatie over vijf Nederlandse volksliederen'. We horen achtereen volgens "Geluckig is het land", "De Zilvervloot", "Komt vrienden in den ronde", "O Heer, die daer des Hemels tente spreyt" en "Merck toch hoe sterck". Mulder liet zich in zijn improvisaties nogal eens inspireren door werken van grote componisten. Zo wordt in deze 'Oranjefantasie' geknipoogd naar werken van Bach en Vivaldi.