Kijk en luister op vrijdagavond 25 juni 2021 vanaf 20.00 uur naar het (voorlopig laatste) online-orgelconcert van Minne Veldman op het Bader/Timpe-orgel (1643/1815) in de Grote of Sint Walburgiskerk te Zutphen.
Klik hier voor het programma.
Klik hier voor de digitale collecte.
Click here to donate from other countries (PayPal).
Er komt een einde aan de lange reeks wekelijkse online-orgelconcerten. De 59e en voorlopig laatste editie komt deze vrijdagavond (25 juni 2021) uit de Grote of Sint Walburgiskerk te Zutphen. De kerk is van ongekende schoonheid en heeft een verbluffende akoestiek. Daarin is het Bader/Timpe-orgel een ware lust voor oog en oor. Een echte toplocatie om nog één keer iets heel moois aan te bieden.
We openen majestueus en feestelijk met het Preludium en Koraal over Psalm 68 van Jan Zwart. Van zijn hand horen we ook een ingetogen en lieflijk Mediatie en Koraal "Rust, mijn ziel, uw God is Koning".
Van Georg Böhm klinkt zijn fraaie koraalvoorspel over het Gebed des Heeren: "Vater unser im Himmelreich". Met de geoctaveerde Praestant 4' van het rugwerk en de Vox Humana van het bovenwerk klinkt deze parel uit de orgelliteratuur adembenemend mooi!
Na een volledig Bachprogramma vorige week in Noordbroek, zijn we het werk van de grote Johann Sebastian Bach nog lang niet zat. Ook deze week staan er weer twee werken op het programma waar zijn naam aan verbonden is. De grote H-moll (Praeludium et Fuga, BWV 544) is een virtuoos en wervelend werk, dat wordt gevolgd door een Trio over "Was Gott tut, das ist wohlgetan" (BWV deest). Dit werk komt in de Bach Werke Verzeichnis (BWV) niet voor (de-est = ontbreekt). Het komt uit een manuscript met vijf koraaltrio's onder de naam van Bach, gevonden in de privébibliotheek van Theodor Hahn, die voorheen totaal onbekend waren en in 2008 bij Bärenreiter voor het eerst zijn uitgegeven. Ondanks de virtuositeit die vereist is voor de uitvoering, is er ook een zekere onhandigheid te bespeuren in compositorisch vakmanschap. Toch mag worden aangenomen dat ze in de directe omgeving van Bach zijn ontstaan. Bachs betrokkenheid kan niet worden vastgesteld, maar ook niet worden ontkend. Deze bewerking van "Was Gott tut, das ist wohlgetan" betreft een vrij trio in vrolijke Italiaanse stijl, waarbij de thematiek is gebaseerd op motieven uit de koraalmelodie, maar waarbij we de koraalmelodie pas aan het einde letterlijk vernemen in de bas. Deze opzet herkennen we van andere koraaltrio's van Bach, zoals "Allein Gott in der Höh sei Ehr" en "Herr Jesu Christ, dich zu uns wend", die beide eerder dit jaar op online-orgelconcerten zijn uitgevoerd. Het is dus onzeker of dit werk van Bach is, maar fraai is het zeker!
Op 2-jarige leeftijd werd hij door een ongeval vrijwel blind, maar dat hinderde hem niet in zijn muzikale ontwikkeling: John Stanley was een uitzonderlijke organist. Toen hij nog maar 11 jaar oud was, werd hij benoemd tot organist van All Hallows Church te Londen, waar zelfs Georg Friedrich Händel naar zijn orgelspel kwam luisteren. Zes jaar later behaalde hij als jongste ooit een bachelor graad in de muziek aan de Universiteit van Oxford. Stanley componeerde vele voluntaries voor orgel. De Engelse voluntary ('vrij in stijl') begint meestal met een langzame inleiding, gevolgd door een snel deel met een soloregister. In die tijd was het pedaalspel van de gemiddelde Engelse organist vrijwel afwezig en dat zien we ook terug in de vele werken die Stanley componeerde. Aan de deze avond gespeelde Voluntary in D minor uit opus 5 is door Minne Veldman een pedaalpartij toegevoegd. In tegenstelling tot Stanley's meeste andere voluntaries, bestaat deze niet uit twee, maar uit drie delen: snel - langzaam - snel. De uitvoering veroorlooft zich nogal wat vrijheden in notenbeeld, registratie en interpretatie. Op deze manier heeft het iets weg van een vrolijk concerto uit de barok.
De Amerikaanse componist John Knowles Paine kwam uit een muzikale familie. Zijn grootvader was orgelbouwer, een oom organist en een andere oom componist. Zelf schreef hij op 16-jarige leeftijd zijn eerste compositie, een strijkkwartet. Al op jonge leeftijd gaf hij vele concerten in Amerika en Europa, waarna hij zich vestigde in Boston als eerste organist en dirigent van Harvard University. Hij schreef opera's, symfonieën, koor-, orkest- en orgelwerken. We luisteren naar een koraal met zes variaties over de melodie van "Old Hundredth" (134 uit het Geneefs Psalter), waarbij we worden getrakteerd op een aantal fraaie klankcombinaties. Een van de variaties is bijvoorbeeld een trio, waarin de vier werken van het orgel (hoofdwerk, rugwerk, bovenwerk en pedaal) elk een tongwerk afvaardigen: Fagot 16', Kromhoorn 8', Vox Humana 8' en Trompet 4'.
Dat het Zutphense orgel ook heel zoet en warm kan klinken, bewijzen een aantal fraaie zachte 8-voets registers (en een geoctaveerde 4-voet als uitkomende stem) met tremulant in Gordon Youngs Prelude on "Bread of Life". Een eenvoudige maar aangrijpende melodie wordt begeleid door fijne, kruidige akkoorden.
Van de relatief onbekende Engelsman Ernest Halsey vermeldt het programma vervolgens nog een spetterende Toccata in C minor, die doet denken aan de beroemde toccata's van Driffill en verschillende Franse componisten. Een vrolijke uitsmijter!
Minne Veldman besluit dit 59e en laatste online-orgelconcert met een variatiereeks over Psalm 101, die hij in 2011 schreef voor een cd-opname in de Evangelisch-Lutherse Kerk te Den Haag. De bladmuziek is uitgegeven in deel 11 van de serie Koraalbewerkingen en wordt op dit concert voorafgegaan door een korte inleiding, om zodoende na het volle werk van de voorgaande Toccata niet meteen weer met een stevige registratie te beginnen. Na deze zachte inleiding volgen de eigenlijke Introductie, een Toccatine, een Scherzo, een Trio, een Canon, een Meditatie en een Finale in toccata-stijl met de melodie in het pedaal. Er wordt stijlgetrouw afgesloten met een groots slotkoraal in het volle werk.