Hasselt240316_02.jpg

Aanmelden nieuwsbrief

Blijf op de hoogte met de maandelijkse nieuwsbrief
Gebruiksvoorwaarden

Inhoud winkelwagen

Winkelwagen is leeg.

Online-orgelconcert 25 februari 2022 in Grote Kerk Hasselt

Kijk en luister op vrijdagavond 25 februari 2022 vanaf 20.00 uur naar het 74e online-orgelconcert van Minne Veldman op het Rudolf Knol-orgel (1806) in de Grote of Stephanuskerk te Hasselt.

Klik hier voor het programma.

Klik hier voor de digitale collecte.

Click here to donate from other countries (PayPal).

Voor mijn wekelijkse online-orgelconcert van deze vrijdag (25 februari 2022) heb ik opnamen gemaakt in de Grote of Stephanuskerk te Hasselt. Op het Rudolf Knol-orgel speel ik deze keer een programma dat volledig bestaat uit orgelwerken van Jan Zwart. Natuurlijk horen we zijn mooiste psalm- en liedbewerkingen. Maar Jan Zwart heeft ook een drietal vrije orgelwerken geschreven. Ook deze drie werken zijn in dit concert te beluisteren.

Ik begin met twee van zijn bekendste psalmbewerkingen: de Fantasie-Toccatine over Psalm 33 en het Canonisch Voorspel en Koraal over Psalm 84. Daarna volgen twee stukken uit de serie bewerkingen van geestelijke liederen: het Orgellied over "Scheepke onder Jezus' hoede" en de Variaties over "Heer, blijf met mij". Persoonlijk vind ik die laatste een van zijn mooiste composities. Erg mooi is ook het Elegisch Voorspel over Psalm 51.

Vervolgens is het tijd voor de drie vrije orgelwerken van Jan Zwart. Alle drie de werken heeft hij niet voltooid. Het eerste van de drie werken die ik speel kreeg van de componist als opschrift: Orgelsonate (g-moll) - I - Moderato e maestoso. Met de schets voor een derde deel (Allegro con spirito - fuga in g-moll) beoogde hij, zoals ook de titel aangeeft, een volledige sonate te componeren. Een volledige uitwerking is er echter alleen van het eerste deel, dat gesigneerd is en gedateerd op 1 juni 1899. Sinds 1 februari 1898 was Jan Zwart (toen 21 jaar oud) aangesteld als vaste bespeler van een van de grootste en meest indrukwekkende orgels van Amsterdam, het Strümphler-orgel (1795, 50 registers en 3 klavieren) van de Hersteld Evangelisch Lutherse Gemeente aan de Kloveniersburgwal (tegenwoordig aanwezig in de Eusebiuskerk te Arnhem). Ongetwijfeld is zijn compositie geïnspireerd door dit orgel. Naast dit sonatedeel legde Jan Zwart in zijn eerste Amsterdamse jaren ook de laatste hand aan een aantal koraalbewerkingen. In deze sonate geeft Zwart vorm aan concertante orgelmuziek, zonder litugische beperkingen, en zoekt hij feitelijk aansluiting bij de 19e eeuwse 'sonatencultuur'. Het werk staat in de (driedelige) hoofdvorm. Het eerste thema, zowel als de overgangsgroep en het tweede thema, worden breed uitgewerkt. Op het tweede thema, dat koraalmatig van karakter is, worden variaties gemaakt. Ik kwam met deze onvoltooide orgelsonate in aanraking door een plaatopname van Feike Asma in de Grote of Sint Laurenskerk te Alkmaar. Verder heb ik het werk nooit gehoord. Dirk Jansz. Zwart heeft de bladmuziek in 1990 uitgegeven. Interessant is dat Jan Zwart het hoofdthema ook gebruikte voor een bewerking over "Wie maar de goede God laat zorgen". Ik herinner me een concert van Herman van Vliet in Hasselt waar hij deze bewerking van Jan Zwart speelde. In 2010 verscheen bij Musiscript (de uitgeverij van Herman van Vliet) een Fantasie over dit lied van Feike Asma met de vermelding "Vrij naar Jan Zwart". Deze koraalfantasie speelde Asma tijdens een concert in de Oude Kerk te Amsterdam op 16 september 1954. Deze fantasie behoorde volgens overlevering tot het gedachtegoed van Jan Zwart en werd op verzoek door Asma uit zijn geheugen ten gehore gebracht. Asma noteerde het fugathema als geheugensteuntje op de achterkant van een sigarendoos. In de uitgegeven werken van Jan Zwart komt dit fugathema niet voor. De eerste vijf maten van de inleiding stemmen echter bijna letterlijk overeen met het hoofdthema van Zwarts onvoltooide Orgelsonate.

Van het Larghetto in As grote terts is geen door Jan Zwart voltooide versie bekend, maar slechts schetsen die zijn gedateerd op 27 en 31 mei 1899. Er zijn vier schetsen of gedeeltelijk voltooide fragmenten bewaard, een in potlood en drie in inkt. Deze schetsen zijn van verschillende omvang, maar vertonen ten opzichte van elkaar toch maar betrekkelijk kleine verschillen. Het karakter van het stuk is gelijk en de uitwerking op details verschillend, bijvoorbeeld in de stemvoering of in de ligging van akkoorden. Juist omdat er zo weinig niet-koraalgebonden muziek van Jan Zwart is en van dit werkje toch het grootste deel wèl is genoteerd, vroeg musicoloog Frits Zwart (zoon van Dirk Jansz. en kleinzoon van de componist) aan zijn neef, de bekende organist Jaap Zwart, om het manuscript te voltooien. Het Larghetto lijkt aan te sluiten bij de muziek van Jan Zwarts leermeester G.B. van Krieken, organist van de in 1940 verwoeste Zuiderkerk te Rotterdam.

In een radiouitzending voor de NCRV in 1959 over Jan Zwart, noemde Cor Kee een door Jan Zwart gecomponeerd Allegro Furiante. Frits Zwart vroeg zijn vader Dirk ernaar ter gelegenheid van de herdenking van de 50e sterfdag van Jan Zwart, in 1987. Er bleken schetsen van bewaard te zijn. Dirk Jansz. Zwart heeft toen een voltooiing van deze schetsen gemaakt die hij ook voor de NCRV-radio heeft gespeeld. Eind jaren 1990 heeft hij van deze voltooiing nog een revisie gemaakt en opgenomen op CD. Na zijn overlijden in 2002 heeft zoon Frits, met adviezen van Herman van Vliet, de uitgave van deze voltooiing voor zijn rekening genomen. In de schetsen van Jan Zwart luidde de titel de ene keer Furiante en de andere keer Furioso. Naast de hier gespeelde werken voor orgel zijn er meer werken zonder koraalthematiek geweest die Jan Zwart speelde. Niet alleen op concerten, maar ook wel voor de radio, dus na 1925. Dat waren bijvoorbeeld een Marche caractéristique, een Largo, een Intermezzo, een Feestpostludium en een Finale in c kleine terts.

Bij het overlijden van Dr. Abraham Kuyper in november 1920 overviel Jan Zwart een gevoel van onvrede, omdat tijdens de herdenkingsbijeenkomsten in allerlei kerken regelmatig Chopin's Treurmarsch op het orgel werd uitgevoerd, bij "gebrek aan een eigen Koraalkunst". Het zette Jan Zwart aan tot het componeren van zijn Sombere Muziek over den 103den Psalm, vers 8 "Gelijk het gras is ons kortstondig leven". Het wordt algemeen erkend als een van zijn beste werken en vertoont hier en daar overeenkomsten met Marche Funèbre et Chant Séraphique (Dodenmars en Engelenzang) van Alexandre Guilmant.

Aansluitend aan deze sombere muziek speel ik een prachtig Orgelkoraal over een lied met hoopvol uitzicht op de wederkomst: "Morgenglans der eeuwigheid", gevolgd door het koraal dat Feike Asma er achteraan speelde.

Ik besluit dit Jan Zwart-concert met de feestelijke Toccata over Psalm 146: "Prijs den Heer met blijde galmen". Het prachtige orgel van Rudolf Knol jubelt het uit met deze heerlijke muziek!